Ingangseisen: Deze minor is geschikt voor studenten van gezondheidszorgopleidingen en studenten PABO, lichamelijke opvoeding en zorgtechnologie.
Als een kind geboren wordt starten er complexe processen: biologisch, mentaal en sociaal. Het is het begin van de weg naar volwassenheid. Het lijkt weleens alsof opgroeien vanzelf gaat. Toch is dit niet voor alle kinderen het geval. In de minor De motorische en sociale ontwikkeling van het opgroeiende kind signaleer je waarom de ontwikkeling afwijkt. Als je niet bang bent om je kennis te verbreden en buiten de kaders van je beroep te kijken, is dit een ideale minor. Een kind kan om veel redenen problemen ervaren op het gebied van de motorische en sociale ontwikkeling. Biologische en psychologische processen binnen het kind spelen een rol, maar ook de directe omgeving van het kind. Bijvoorbeeld de ouders en de fysieke en de sociale omgeving waarin een kind woont.
Al deze factoren zijn van belang bij het opgroeien, zeker wanneer een kind ook nog een (chronische) ziekte heeft. Dat brengt extra aanvullende uitdagingen in het dagelijks leven met zich mee. Het bepaalt ook de toekomst van een kind. In deze minor leer je om kinderen te observeren en een afwijkende ontwikkeling te signaleren. Ook raak je ervaren in het identificeren van mogelijke redenen voor een afwijkende ontwikkeling. Dat observeren leer je niet alleen zoals gebruikelijk is bij kinderfysiotherapeuten, ergotherapeuten en oefentherapeuten. We gebruiken er ook big data, elektronische vragenlijsten en geavanceerde technologie bij, zoals remote sensoring. Met deze minor sla je een brug tussen de kinderzorg, de zorgtechnologie en toegepast onderzoek.
Als je niet bang bent om je kennis te verbreden en buiten de kaders van je beroep te kijken, is dit een ideale minor.


