Ingangseisen: Deze minor is uitsluitend bedoeld voor bachelorstudenten fysiotherapie.
Hoofdpijn, nekpijn, kaakpijn en duizeligheid zijn niet zelden complexe problemen. Heb je de ambitie om mensen met die klachten verder te helpen? En wil je ook de manueel-technische vaardigheden in de (hoog)cervicale wervelkolom en het craniomandibulaire gewricht leren? Twee vliegen, één klap: je kunt meteen verkennen of deze minor een opstap naar de masteropleiding Manuele Therapie of orofaciaal fysiotherapie kan zijn. En je krijgt bij het volledig afronden van deze minor €500 op de manueeltherapie opleiding aan de Hogeschool Rotterdam. Fysiotherapie bij cervicocephale- en orofaciale (pijn)klachten is een verdiepende minor van de bachelor Fysiotherapie. Uitgangspunt is ‘evidence based practice’ bij (pijn)klachten in de regio van het hoofd-, hals- en kaakgebied (inclusief tinnitus). Je kunt rekenen op de nieuwste kennis. Ook uitgebreid aan bod komt de (praktische) toepassing van de anatomie van de cervicale wervelkolom, het hoofd (inclusief hersenzenuwen), het craniomandibulaire systeem en het evenwichtssysteem. Het scala aan symptomen en verschijnselen in het hoofd is divers. Een grondige diagnostische ontrafeling en uitleg zijn essentieel. Mensen met gezondheidsproblemen in deze regio hebben meestal last van pijn in de nek, het hoofd (inclusief aangezicht), kaakpijn en duizeligheid.
Soms kunnen cephale en orofaciale (pijn)klachten in verband worden gebracht met een traumatische inwerkende kracht op het hoofd of de nek. Meestal is de oorzaak van deze symptomen en verschijnselen onduidelijk. Van fysiotherapeuten vraagt dat een verdieping van anatomie, pathologie, pathofysiologie, sensomotorische vaardigheden en kennis over persoonlijke grondslagen van het gezondheidsprobleem. Het is aan jou om relaties te leggen tussen deze drie elementen en daarbij het juiste onderzoek- en therapeutische interventies te verrichten. Tegelijkertijd sta je ook open voor de expertise van andere disciplines binnen de zorg. Denk aan tandheelkunde, gnathologie en neurologie. Omdat deze problematiek zo complex is, vind je dit niet terug in het curriculum van de bacheloropleidingen Fysiotherapie. Met deze minor krijg je de kans je hierin te verdiepen. Zo doe je extra kennis en vaardigheden op én krijg je de kritische attitude die past bij een masterstudent (manuele therapie).
Deze minor is uitsluitend voor bachelor studenten fysiotherapie.

Joël Vischer
Interview minor 'Cervicocephale en orofaciale pijnklachten’
‘Alles wat je leert kun je gelijk toepassen in de praktijk’
Je leert zóveel nieuwe dingen.’ ‘Superinteressant!’ Vraag Joël Vischer en Sacha Palsgraaf naar hun mening over de minor Cervicocephale en orofaciale pijnklachten en je wordt vanzelf enthousiast. Beide vierdejaars studenten Fysiotherapie zijn het erover eens dat de minor een perfecte aanvulling is op de bacheloropleiding Fysiotherapie. En het blijft niet bij theorie: reken alvast op een bezoek aan de snijzaal. ‘De hals- en wervelkolom worden in de bachelor vrij summier behandeld. In de minor leer je ook nog hoe duizeligheid, hoofdpijn en kaakpijn in verband staan met elkaar’, kijkt Sacha terug. Joël: ‘De onderwerpen die worden besproken zijn superinteressant. Docenten behandelen de onderwerpen op een leuke en professionele manier en brengen hun kennis enthousiast over. En de vaardigheden die je leert kun je gelijk toepassen in de praktijk.’
‘Wat is dat gaaf!’
Sacha vindt de praktijklessen het leukste. ‘Je leert handvattingen die je normaal niet zou krijgen. Je leert zóveel nieuwe dingen. We zijn ook naar de snijzaal geweest. Ik kan je vertellen: dat is anders dan een anatomieboek. Wat is dat gaaf zeg!’ De minor kent twee lijnen, legt Joël uit. ‘Twee kwartalen werk je aan een kennislijn met veel theorie, de gehele minor ben je met de projectlijn bezig. Hierin voer je onderzoek uit in een groep medestudenten en presenteer je het project aan het eind.’ Sacha: ‘We konden kiezen uit onderwerpen die goed aansluiten bij de minor. Verder zijn we halverwege de minor begonnen met een opdracht: een cliënt in de praktijk volgen. Je voert dan het diagnostische en therapeutische proces uit en je onderbouwt het aan de hand van de literatuur.’ Beide studenten zijn zeer te spreken over hun keus. Joël: ‘Met deze kennis heb ik een goede basis als beginnend fysiotherapeut. Ook ben je meer zelfverzekerd in het handelen bij een dergelijke casuïstiek.’ En een kleine kanttekening van Sacha: ‘Je moet er wel heel hard voor werken. Er gaat ontzettend veel tijd in zitten. Maar dat is het helemaal waard.’

Sacha Palsgraaf



‘Alles wat je leert kun je gelijk toepassen in de praktijk’
Therapie bij musculaire temporomandibulaire dysfunctie In dit filmpje zie je studenten die oefenen met de therapie bij musculaire temporomandibulaire dysfunctie.
Onderzoek temporomandibulaire gewricht In dit filmpje zie je studenten die oefenen met een onderzoek van het temporomandibulaire gewricht.
Epley manoeuvre